DE W VAN WEDERZIJDS GOEDVINDEN

De afgelopen 23 weken heeft u 23 letters voorbij zien komen. Vandaag de W (Wederzijds goedvinden) en daarna nog slechts 3 weken te gaan tot 1 juli. Dan treedt de WWZ in volle omvang in werking. U bent gewaarschuwd!

Een arbeidsrelatie ga je als werkgever en werknemer samen aan. Logischerwijs kan de arbeidsovereenkomst dan ook gezamenlijk worden beëindigd zonder tussenkomst van rechter of UWV. Logisch en simpel. Sommige dingen moet je niet ingewikkelder willen maken. Toch heeft de WWZ-wetgever dat met betrekking tot het fenomeen einde met wederzijds goedvinden wel geprobeerd.

De beëindigingsovereenkomst is niet meer weg te denken uit de dagelijkse ontslagpraktijk. Daarin leggen werkgever en werknemer hun gezamenlijke wens tot beëindiging vast, inclusief de daaraan verbonden condities als einddatum en ontslagvergoeding. In de WWZ heeft het fenomeen van de beëindigingsovereenkomst een wettelijke verankering gekregen. Voor de fijnproevers: art. 7: 670b BW. Nieuw is, dat de betrokken werknemer het recht krijgt om de beëindigingsovereenkomst zonder reden binnen 14 dagen na de datum van totstandkoming weer te ontbinden. Deze mogelijkheid geldt zelfs als de werknemer tijdens de onderhandelingen juridische bijstand heeft genoten.

De WWZ introduceert nog een ontslagoptie die erg lijkt op de beëindigingsovereenkomst: de opzegging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever met schriftelijke instemming van de werknemer. Wat je samen aangaat kan je samen ook weer (mits schriftelijk) beëindigen. Ook hier geldt de bedenktijd van tenminste 14 dagen.

Vanaf 1 juli a.s. ontstaan dus twee afzonderlijke wettelijke routes om de arbeidsovereenkomst in samenspraak te laten eindigen, met een belangrijk verschil: bij de opzegging met instemming is de Transitievergoeding verschuldigd, bij de beëindigingsovereenkomst niet, maar zal deze in de onderhandelingen wel als maatstaf dienen.